30Aug

Een sneltoets toevoegen aan een opdracht in Word 2013

Aan veel opdrachten in Word zijn sneltoetsen toegewezen, waardoor u sneller kunt formatteren, het bestand kunt opslaan en andere taken op uw documenten kunt uitvoeren. Deze sneltoetsen kunnen worden aangepast en u kunt snelkoppelingen toewijzen aan opdrachten die deze momenteel niet hebben.

We laten u zien hoe u toegang krijgt tot de sneltoetsen op het toetsenbord voor opdrachten in Word en nieuwe snelkoppelingen kunt toevoegen of huidige snelkoppelingen kunt wijzigen.

Er zijn een aantal manieren om toegang te krijgen tot het optiescherm voor het aanpassen van het lint, waar zich het dialoogvenster bevindt voor het aanpassen van sneltoetsen op het toetsenbord. Eén methode is om op het tabblad BESTAND te klikken.

Klik op Opties in de menulijst aan de linkerkant.

Klik in het dialoogvenster Woordopties op Lint aanpassen in de menulijst aan de linkerkant.

Een snellere manier om toegang te krijgen tot het scherm Lint aanpassen in het dialoogvenster Woordopties is door met de rechtermuisknop op een van de sectietitels op een van de tabbladen op het lint te klikken. Selecteer Lint aanpassen in het pop-upmenu.

Aan de linkerkant van het scherm Lint aanpassen is een lijst met opdrachten. Klik op de knop Aanpassen onder deze lijst naast Sneltoetsen voor toetsenbord.

Het dialoogvenster Toetsenbord aanpassen wordt weergegeven. Selecteer Alle opdrachten in de lijst met categorieën om alle opdrachten weer te geven in de lijst Opdrachten aan de rechterkant. Als u weet welke categorie de opdracht bevat waaraan u een sneltoets wilt toewijzen, kunt u die categorie selecteren om de lijst met opdrachten aan de rechterkant te verkleinen.

Selecteer de gewenste opdracht in de lijst Opdrachten. Als er geen sneltoets in het vak Huidige sleutels staat, is er momenteel geen sneltoets toegewezen aan de geselecteerde opdracht.

Als u een sneltoets aan de opdracht wilt toewijzen, plaatst u de cursor in het vak Druk nieuwe sneltoets bewerken en drukt u op de gewenste sneltoets. Als de sneltoets niet in gebruik is door een andere opdracht in Word, geeft het veld Momenteel toegewezen aan onder het vak Huidige sleutels "[niet toegewezen]" weer. Klik op Toewijzen om de geselecteerde sneltoets toe te wijzen aan de momenteel geselecteerde opdracht.

OPMERKING: Als u een sneltoets invoert die al aan een andere opdracht is toegewezen, geeft Word aan dat deze momenteel is toegewezen en wordt de opdracht weergegeven waaraan deze is toegewezen. Typ gewoon andere sneltoetsen in totdat u er een vindt die zegt "[niet toegewezen]" zoals hierboven weergegeven.

Zodra u op Toewijzen klikt, wordt de sneltoets toegevoegd aan de lijst met huidige toetsen. OPMERKING

: U kunt meer dan één sneltoets toewijzen aan één opdracht.

Klik op Sluiten om het dialoogvenster Customize Keyboard te sluiten. OPMERKING

: als u een sneltoets van een opdracht wilt verwijderen, selecteert u deze in de lijst Huidige sleutels en klikt u op Verwijderen.

Klik op OK in het dialoogvenster Word-opties om het te sluiten.

U kunt ook een bestaande sneltoets voor een opdracht wijzigen door de huidige sleutel te verwijderen en een nieuwe toe te wijzen.